Ik ben dol op het maken van tochten in de wildernis van het
noorden. Elk jaar maken we er een aantal, samen met de kinderen en Hans, maar
ook alleen met een vriendin. Rugzak op, bergschoenen aan of in de winter met de
ski’s onder. ’s Avonds in warme hutjes, de tent op een mooie plek, buiten koken
op vuur of ons kleine brandertje. Visjes vangen, hout snijden, bosbesjes
plukken, wassen in ijskoud water. Ja, we zijn niet kinderachtig dan.
En als ritueel maken we elke avond om beurten een tekening van de dag. Inmiddels een waardevol boekje vol herinneringen van vele fijne vakanties. Bij het openslaan van een bladzijde koester je weer iedere dag van die reis. Je weet precies waar we waren en wat we deden.
Tijdens onze laatste dappere familietocht in februari: met ski’s
een trektocht op de Nordmarka, net boven Oslo, viel het mijn zoon op dat
ondanks alle stoere zaken die we zoal doen op een dag, ik toch wel erg vaak met
een breiwerkje getekend sta.
Een beetje tuttig eigenlijk. En ook wel wat frustrerend omdat ik toevallig ook als de beste vissen kan vangen bijvoorbeeld en vaak de zware slee vol bagage trek. Maar dat neemt niet weg dat ik natuurlijk ook zo nu en dan mijn breiwerkje tevoorschijn haal. Niet alleen in een zonnetje maar ook onder barre omstandigheden. Kijk en dan is het niet tuttig maar wild-breien in zijn zuiverste vorm.